De voorbije jaren werd de gecomprimeerde werkweek – waarbij werknemers evenveel uren presteren maar in minder werkdagen – voorgesteld als een nieuwe manier om de balans tussen werk en privé te verbeteren. Minder dagen werken voor hetzelfde loon klonk als een aantrekkelijke oplossing tegen stress, uitputting en langdurige uitval.
Maar nieuw onderzoek van de UGent, uitgevoerd bij 204 medewerkers van Ikea, toont een opvallend resultaat: de gecomprimeerde werkweek verlaagt het risico op burn-out helemaal niet.
Beter kunnen loskoppelen, maar niet minder uitgeput
Professor Arbeidseconomie Stijn Baert en zijn onderzoeksteam volgden de Ikea-medewerkers gedurende tien maanden. De meerderheid van hen – 140 werknemers – koos ervoor om hun werkweek samen te drukken.
Wat bleek?
Werknemers in een gecomprimeerde werkweek denken minder aan het werk in hun vrije tijd.
Ze kunnen dus beter deconnecteren, wat aansluit bij de bedoeling van de arbeidsdeal van 2022 om recht op ontkoppeling te stimuleren.
Maar hun risico op burn-out verandert niet.
Uit antwoorden op vragen over werkgerelateerde uitputting en burn-outrisico kwam geen enkel verschil naar voren tussen werknemers met een gecomprimeerde werkweek en collega’s die hun uren traditioneel spreiden.
Met andere woorden: beter kunnen loslaten betekent niet automatisch minder uitgeput raken.
Waarom vermindert het burn-outrisico niet?
Het UGent-onderzoek ligt in lijn met eerdere internationale bevindingen: evenveel werk in minder tijd blijft even zwaar.
De werkdruk, deadlines en verwachtingen blijven dezelfde, waardoor het stressniveau niet vanzelf daalt. De gecomprimeerde werkweek verandert de structuur van de week, maar niet de inhoud van het werk, de emotionele belasting of de werkomstandigheden.
Vergelijkbaar onderzoek toont ook dat deeltijdse werknemers evenveel risico lopen op burn-out als voltijders – omdat werkbeleving, autonomie, teamcontext en emotionele belasting zwaarder doorwegen dan het aantal gewerkte uren op zich.
Beleidscontext: grote ambities, beperkte impact
De maatregel werd in 2022 door de regering-De Croo ingevoerd als onderdeel van de arbeidsdeal. Bedoeling:
- meer flexibiliteit voor werknemers
- betere werk-privébalans
- minder burn-out en langdurige uitval
- modernisering van arbeidsorganisatie
Dit nieuwe onderzoek suggereert echter dat enkel flexibiliteit verhogen onvoldoende is om burn-out structureel aan te pakken.
Wat is dan wél nodig om burn-out te verminderen?
Organisaties die burn-out willen terugdringen, focussen best op factoren zoals:
Autonomie & voorspelbaarheid
Meer controle over planning en werklast heeft een grotere impact dan een andere weekindeling.
Werkdruk en taakbelasting
Als de hoeveelheid werk te hoog blijft, verandert de weekstructuur weinig aan het risico op uitputting.
Teamdynamiek en leiderschap
Gedeelde normen rond pauzes, bereikbaarheid en ondersteuning bepalen hoe veilig en gezond een team functioneert.
Herstelmomenten tijdens de werkdag
Niet alleen loskoppelen na het werk, maar ook voldoende micro-pauzes en realistische deadlines zijn cruciaal.
Psychologische veiligheid
Een cultuur waarin mensen zonder schroom grenzen kunnen aangeven, beschermt sterker tegen burn-out dan eens per week een extra vrije dag.
Conclusie
De gecomprimeerde werkweek maakt het makkelijker om te deconnecteren, maar verlaagt het risico op burn-out niet.
De kern van burn-out ligt niet in het aantal werkdagen, maar in werkdruk, emotionele belasting, autonomie en teamcultuur.
Voor werkgevers is de les duidelijk: wie burn-out wil voorkomen, zal verder moeten kijken dan puur tijdsorganisatie. Het is niet de kalender die mensen ziek maakt, maar de manier waarop werk wordt georganiseerd en beleefd.
Heb jij te veel stress op het werk? Bij Diaspoor kan je terecht voor Stress en Burn-out preventie of Re-integratie na herstel.
|
LoopbaanbegeleidingLoopbaanbegeleiding op maat. |
