Je kent het vast wel: die innerlijke drang om alles tot in de puntjes te regelen. De perfecte vakantie, een vlekkeloos weekend, dat ene feestje waar echt alles moet kloppen. En toch… voel je je vaak uitgeput. Want controle houden kost energie. Véél energie. En het meest frustrerende? Hoe hard je ook je best doet, het leven laat zich niet temmen.
Gelukkig is er goed nieuws: je kunt leren losser in het leven te staan — zónder dat je de grip helemaal verliest. Maar dat vraagt een andere houding tegenover lastige gedachten en gevoelens.
Waarom zoeken we controle?
Simpel gezegd: omdat we ons goed willen voelen. Controle is een manier om moeilijke emoties of nare gedachten buiten de deur te houden. Denk aan:
- Pilletjes slikken om die vliegangst te onderdrukken
- Jezelf volpraten met positieve mantra’s voor een presentatie
- Die nieuwe job niet aangaan uit angst om te falen
We willen onszelf beschermen tegen alles wat ongemakkelijk voelt. Logisch, toch?
Maar… werkt controle eigenlijk wel?
Niet echt. Je kunt negatieve gedachten en gevoelens misschien even wegduwen, maar vroeg of laat komen ze terug en dat vaak nog sterker dan daarvoor. Het is een soort boemerang-effect: hoe meer je probeert ze te negeren, hoe meer ruimte ze in je hoofd innemen.
We leven in een maatschappij waarin “je best doen” gelijkstaat aan gelukkig zijn. Zelfs op je minst florissante dagen, denk: PMS, migraine, een off-day “moet” je nog stralen. Maar het leven is soms gewoon moeilijk. Je mag bang zijn. Verdrietig. Onzeker. Onrustig. Dat maakt je niet zwak, dat maakt je mens.
Wat helpt dan wél?
Accepteren wat er is. Niet als een vorm van opgeven, maar als een manier van erkennen. Gedachten en gevoelens willen gevoeld worden. Ze hoeven niet opgelost te worden, alleen maar gezien.
Toch is dat makkelijker gezegd dan gedaan. Want biologisch zijn we geprogrammeerd om te vechten of te vluchten. En in plaats van een beer op ons pad, reageren we nu op angst, twijfel of ongemak alsof het levensbedreigend is. Onze eerste reflex: oplossen of ontwijken. Maar wat als je… gewoon even stil zou staan?
Kun je dat leren?
Zeker. En ja, het is te oefenen. Een opmerkelijke oefening uit de ACT-opleiding (Acceptance and Commitment Therapy) is: douchen met yoghurt.
Klinkt vreemd? Absoluut. Het is koud, plakkerig en voelt totaal niet natuurlijk. Maar precies dat maakt het zo krachtig. Als je leert om zo’n ongemak gewoon te ervaren, zonder meteen te willen fixen of weglopen, dan leer je ook beter omgaan met lastige emoties. Angst, verdriet, pijn, afkeer – ze zijn geen vijanden, ze horen bij het leven.
Minder lijden, meer leven
Het punt is: pijn hoort erbij. Maar het lijden ontstaat vaak door onze strijd tegen die pijn. Hoe meer je je verzet tegen wat je voelt, hoe zwaarder het wordt.
Door toe te laten wat er is, geef je ruimte aan jezelf. Niet omdat je zwak bent, maar juist omdat je moedig genoeg bent om het aan te kijken. Het loslaten van controle is geen verlies, het is een vorm van bevrijding.
Probeer het eens: De volgende keer dat je iets moeilijks voelt, stel jezelf geen “hoe los ik dit op?”-vraag, maar eerder: “Wat gebeurt er nu eigenlijk met mij?” En adem dan. Gewoon… adem.